It’s complicated…

“Hoe lang heb jij eigenlijk nog?”, vraagt een collega tijdens een borrel ergens half maart. De laatste tijd krijg ik die vraag vaker. Voor de collega-promovendi behoor ik inmiddels tot het meubilair: iedereen is na mij en mijn directe collega binnengekomen. De nieuwsgierige vraag lijkt er één in de onschuldige categorie “ga je nog wat leuks doen dit weekend?”, maar er is een verschil tussen hoe lang je contract nog loopt en hoeveel werk er nog ligt voordat je daadwerkelijk je artikelen hebt gepubliceerd en daar een proefschrift (‘het boekje’) van hebt gemaakt. It’s complicated, dus.

Meestal lees je je het eerste jaar in in je onderwerp, verzamel je in het tweede jaar je gegevens, analyseer je die in je derde jaar en schrijf je het geheel op in je proefschrift in je vierde jaar. In theorie. In de praktijk duurt dit alles langer, en doe je dit ook niet per sé in deze volgorde.

Dat vierde jaar is al begonnen en mijn boekje krijgt al wel vorm. Ik heb één stuk gepubliceerd, en twee artikelen liggen bij een tijdschrift om beoordeeld te worden voor publicatie. Een derde artikel staat in de steigers. Van artikel no. 4 is een abstract geaccepteerd als poster voor een congres. Aan de verplichtingen voor de opleiding tot epidemioloog heb ik al bijna voldaan.

Maar ik ben er nog lang niet. Na een lang goedkeuringstraject van het onderzoek en wat hobbels in het regelen van de juiste papieren en afnamebuizen begint de tijd nu wel een beetje te dringen. We trekken een eindsprint om iedereen met hemofilie uiterlijk deze zomer een keer te laten komen voor een bloedafname. Dat lijkt te gaan lukken, maar omdat wij niet op meerdere plaatsen tegelijk kunnen zijn om mensen met hemofilie te vragen of ze mee willen doen, hebben we inmiddels versterking gekregen: een nieuwe onderzoekscoördinator gaat ons daarmee helpen. Na ruim drieëneenhalf jaar hopen wij straks al onze gegevens binnen te hebben. Dan volgen nog het opschonen van de gegevens en het allemaal netjes opschrijven. Daar zit nog heel wat werk in.

Maar ja, weet de nieuwsgierige collega veel. “Nog 9 maanden”, antwoord ik daarom zo monter mogelijk.